Willekeurige bemoediging
  • 21 oktober 2005
    Gisteravond waren we bij mijn zus, we gingen daar eten en voordat we aan tafel gingen liet ze ons een …
Recente reacties
Archief

CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

Overzicht van juni, 2014

“Iemand” inplaats van “niemand”.

whoareyou2[1]

Het komt veel voor, mensen die in hun jeugd door één der ouders, of door beide ouders niet  gewaardeerd zijn, gekleineerd zijn, genegeerd zijn, mensen die rondlopen met gevoelens van minderwaardigheid door wat er vroeger is gebeurd. Mensen die nu nog steeds rondlopen met het verlangen om iemand te zijn. Iemand waar men tegenop kijkt, iemand die iets voorstelt, gewoon “iemand” inplaats van “niemand”.

Zo was ook David een “niemand” voordat hij een “iemand” werd. David was een schaapherder, altijd in het veld bij zijn schaapjes en eigenlijk een beetje een buitenbeentje van de familie. Daar waar zijn broers sterk en groot waren, was David een tengere persoon, die eigenlijk niet echt serieus genomen werd. Dat  komt heel duidelijk naar voren als je het verhaal leest over de opdracht die Samuël kreeg om een nieuwe koning te zalven, waarvoor hij naar Isaï gestuurd werd. Want onder zijn zonen zou zich de nieuwe koning bevinden en God zélf zou hem aanwijzen. Dan komt Samuël bij Isaï en deze laat al zijn zonen aan Samuël voorbijgaan, en bij elke zoon die voorbijkomt denkt Samuël, deze zal het zeker worden. Maar de Here zegt tegen Samuël dat hij niet op het uiterlijk moet letten, en dan zegt Hij in I sam.16:7 : Doch de Here zeide tot Samuël: let niet op zijn voorkomen, noch op zijn rijzige gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan. En zo trekken al deze zonen aan Samuël voorbij en geen van hen is door God uitverkoren om de nieuwe koning te worden. Maar als al deze mannen voorbij gekomen zijn zegt Samuël “Zijn dit alle jongens?” En dán pas bedenkt Isaï zich dat hij óók nog een zoon heeft die schaapherder is. Eigenlijk sowieso al erg genoeg dat, als Samuël tot Isaï komt om zich uit zijn jongens een nieuwe koning te zalven, hij wel deze zeven zonen mee bracht, maar David doodleuk op het veld bij zijn schaapjes hield. Isaï hoorde dat één van zijn zonen uitgekozen zou worden door God en als er onder deze zeven niemand bij zit, bedenkt hij niet zelf dat hij nóg een zoon heeft, dan moet hem dat eerst gevraagd worden. Minderwaardiger kan het toch al niet? Bij elke zoon zégt Samuël: “ook deze heeft de Here niet verkoren” dan wist Isaï toch al genoeg? Dan zou hij toch uit zichzelf al moeten zeggen, hé wacht es even, ik heb nóg een zoon. Maar nee, het kwam niet in zijn hóófd op om aan David te denken, en schijnbaar ook niet bij zijn broers. Geen seconde was daar de gedachte zelfs, dat David óóit goed genoeg zou worden bevonden om tot koning gezalfd te worden.

Maar gelukkig ziet God met héél andere ogen en Hij wéét dat er nog een zoon is, en dan laat Isaï David halen en als David bij Samuël komt dan staat er in vers 12b: Toen zeide de Here: Sta op, zalf hem, want deze is het. Júíst David wordt door God aangewezen om als koning gezalfd te worden. Moet je nagaan, het is niet zomaar iets, je wordt van schaapherder, zomaar koning, de baas, de verantwoordelijke over een heel volk, een grote taak die op zijn schouders gelegd werd.Maar David was iemand die door God allang gezien was, hij was trouw aan zijn schaapjes, hij was dapper want hij had zijn schaapjes al menigmaal beschermd tegen wilde dieren, bovendien kon hij op dat veld te allen tijde met God spreken en Hem leren kennen, iets wat hem júíst ook later nog zo heel erg van pas komt.

Ik denk dat vader Isaï en ook zijn broers, met open mond hebben staan kijken, vol ongeloof, David? koning? Dat kan toch niet? Daar is hij toch helemaal niet geschikt voor? Maar deze vader en broers keken met hun menselijke ogen naar David, terwijl God met heel andere ogen naar hem keek. In Matth.25 (14-30), staat de gelijkenis van de talenten, en dan staat er in vers 21 Wél gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen. Zo is het ook met David gegaan, hij was getrouw in wat hij deed, hij waakte over zijn schaapjes, hij bracht ze daar waar ze lekker konden grazen, hij beschermde ze, hij zorgde goed voor ze. En God had zo iemand nodig die op dezelfde manier voor zijn volk zou zorgen. Zodoende was deze David in Gods ogen de toekomstige koning. En we weten allemaal hoe het hem verder is vergaan en welk een grote dingen hij heeft mogen doen voor God. Hij was een man naar Gods hart, déze Vader had wel degelijk in de gaten hóé groot en bruikbaar David was.

Zo is het ook met ons, en in het bijzonder wil ik zeggen tegen die mensen die het gevoel hebben dat ze nooit echt op waarde geschat zijn in hun leven, die mensen die het gevoel hebben overal buiten te staan, die zich nog steeds willen bewijzen: het hoeft niet! God wéét wie je bent, Hij houdt van je zoáls je bent, voor Hem ben je absolúút zeer waardevol en bruikbaar in Zijn koninkrijk. Daar waar anderen jou aan de kant hebben laten staan is Hij het die júíst naar jou vraagt. Jóú heeft Hij op het oog. Misschien denk je nu dat je maar weinig te betekenen hebt voor de mensen om je heen. Zo was het met David óók, hij wás niet eens onder de mensen, hij zat bij de dieren, maar God haalde hem daar weg en gaf hem een grote opdracht. Wees getrouw in wat je doet, al lijkt het nóg zo klein, want God ziet jou precies op de plaats waar jij bent, en Hij roept je eruit en zal je over veel stellen. 

identiteit[1]

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail

Kostbare momenten.

geniet-van-de-kostbare-momenten[1]

Soms vind ik dit best moeilijk, want dan denk ik, ik weet vandaag helemaal niks te schrijven, maar dan besef ik tegelijk dat ik ook niets hóéf te brengen, dat dat sowieso totaal niet zou werken. Maar de Here heeft wél iets te zeggen, tegen ieder kind van Hem, Hij wil harten raken, verwarmen, helen, veranderen en Hij wil deze gelegenheid nemen om jou én mij aan te spreken, ook vandaag.

Hij vindt het sowieso fijn om iets tegen ons te mogen zeggen, want het gebeurt nog veel te vaak dat we wél van onze kant heel veel te vertellen en te vragen hebben, maar dat we maar weinig tijd nemen en geduld hebben om naar Hem te luisteren. En ik weet niet of je dat herkent, maar dan gebeurt het soms dat je in een samenkomst bent, of in gesprek met iemand, en dat er één zin, of soms zelfs maar één woord je hart raakt en dat je je erdoor aangesproken voelt. Zoiets kan je hele dag goedmaken, je zegenen, je blijdschap geven….terwijl de Here ons zóveel te zeggen heeft, zóveel dingen die ons kunnen zegenen, die onze dag goed kunnen maken, die ons blijdschap geven, en we nemen niet altijd genoeg tijd om ernaar te luisteren. Wat jammer hè? En natuurlijk gebruikt hij andere mensen, en andere manieren om tóch tot ons hart door te dringen, maar het is toch véél fijner om persóónlijk met Hem in gesprek te zijn? Ik koester die momenten, dat zijn de gouden momenten die ik met Hem mag hebben, kostbare, mooie momenten, die ik heb geprobeerd te vangen in woorden, hoewel dat soms weleens moeilijk is omdat je gevoel niet altijd onder woorden te brengen is.

Kostbare momenten.

Die momenten zo heel dicht aan Uw voeten Heer,
die momenten zo kostbaar en zo goed,
die momenten dat ik mij realiseer,
dat ‘k gered ben door Uw kostbaar, dierbaar bloed.

Die momenten dat ‘k Uw arm om mijn schouder voel
dat Uw warmte heel mijn kilte zacht verdrijft,
die momenten dat Uw liefde mij totaal vervult
en Uw vrede in mijn hart komt en daar blijft.

Die momenten zijn de mooiste van mijn leven
die momenten wil ik nooit nee nooit meer kwijt
al het and’re wil ik U graag overgeven
maar Uw liefde wil ik houden voor altijd.

Die momenten dat ‘k mijn zorgen aan Uw voeten breng
en ik dan aan U mijn lege handen toon,
die momenten dat ik voel dat U dichtbij mij bent
en ik sta daar zo vol liefde voor Uw troon

Ja dan voel ik hoe Uw heerlijkheid mijn hart vervult
hoe Uw vreugde mij doorstroomt met blijde gloed,
oh dan weet ik van geluk niets meer te zeggen Heer
maar bij U is juist die stilte mooi en goed.

Die momenten dat ik zwijgend in Uw ogen kijk
en ik zie Uw grote liefde Heer, voor mij
dan wil ik dat de tijd voor altijd stil blijft staan
maar die momenten gaan vaak veel te snel voorbij.

En toch weet ik, die momenten komen meer en meer
en vol tederheid neemt U mijn liefde aan
ja ik mag in Uw nabijheid komen telkens weer
tot de dag komt dat ik nooit meer weg zal gaan…

Dát moment, dat wordt het mooiste van mijn leven
als mijn tijd op aarde is voorbijgegaan,
en ik U mijn liefde eind’lijk zelf mag geven
op dat moment dat ‘k oog in oog met U zal staan.

Ik wens je veel mooie en kostbare momenten toe, vandaag, maar ook iedere nieuwe dag die nog zal komen.

puur goud

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail

Bizar!

558882_144801398978635_1859330682_n[1]Gisteren was mijn broer(tje) jarig en we waren bij hem op visite. (was erg gezellig trouwens).

Het gesprek kwam op het taalgebruik. Mijn broer is daar altijd mee bezig en hij merkt het ook op als er bepaalde woorden zijn die op een gegeven moment echt een hype worden en overal te pas en te onpas gebruikt worden. Zo heeft hij bijvoorbeeld al “pittig, ‘in die zin…’, ‘ik had zoiets van…’ “ en dan nog zo een paar van die uitspraken voorbij horen komen die dan een tijd lang “in” zijn maar daarna weer wat wegzakken. Momenteel is volgens hem het woord “bizar” overal te horen. Op TV en radio, in gesprekken met mensen onderling en overal wordt juist dat woord gebruikt. We zaten daar zo een tijdje over te praten en mijn zus zei dat ze, zodra hij zulke dingen zegt, er speciaal op gaat letten, ook in haar eigen taalgebruik.

Het is grappig en herkenbaar, als iemand je specifiek ergens op wijst dat je er dan op gaat letten. Dan denk ik maar aan vroeger, als we een lange rit in de auto moesten maken en we verveelden ons en hadden voor de honderdste keer gevraagd “hoe lang moeten we nog?” dan zei mijn moeder altijd “ga maar blauwe auto’s tellen” of rood of geel of groen, maakt niet uit, maar we gingen dan speciaal op die kleur letten en dan zag je elke blauwe auto en we wilden dan uiteraard ieder de eerste zijn die zo’n auto ontdekte, leuk spelletje.

Waarom vertel ik dit? Zomaar een verhaaltje? De regelmatige lezer weet wel dat ik nooit “zomaar” verhaaltjes vertel maar dat ik er altijd zelf wel één of andere wijze les uit kan leren die ik dan ook weer graag wil doorgeven. Zo ook vandaag. Weet je, als ik om mij heen kijk dan zie ik zoveel dingen op het “christelijk erf” waarvan ik me afvraag hoe dat toch kan? Ik hoorde ook laatst iets over iemand die anderen op slinkse oneerlijke wijze werk laat doen en dan persoonlijk de credits er voor binnenhaalt om er vervolgens zelf maatschappelijk beter van te worden, of een ander die in de baas zijn tijd privézaken afhandelt en zo de tijd van zijn baas steelt. Iemand die thuis stilletjes naar porno zit te kijken en zegt dat hij/zij er niemand kwaad mee doet. Dit zijn slechts kleine voorbeeldjes van de manier waarop heel veel christenen omgaan met de normen en waarden die de Here God aangeeft in Zijn woord en het begint met kleine dingen maar van lieverlee wordt het steeds meer. Hoe komt dat?

Ik zal het je vertellen, dat komt omdat het woord van God steeds minder en minder wordt gelezen. Er zijn zoveel andere dingen waarmee je je bezig kunt houden, er is zoveel dat onze tijd opslokt en áls er al gelezen wordt dan blijft het vaak niet hangen omdat onze hoofden vol zitten met alles wat er in ons leven omgaat en die “kleine” oneerlijkheden, die stille of stiekeme zonde, het zijn zaken waarvoor we de vijand van God de ruimte in ons leven geven die plaats in te nemen die uitsluitend voor de Here God zou moeten zijn., die plaats waar Zijn Woord opgeslagen dient te worden. Niet bij iedereen is dit zo hoor, ik wil zeer zeker niet iedereen over één kam scheren, maar ik wil het wel aangeven als iets om over na te denken. Iets om onszelf in te toetsen. Ik wil mij dit zeer zeker persoonlijk ter harte nemen!! (Overigens wel een mooi woord “uit-sluitend”, een plaats waar al het andere buitengesloten wordt.)

Zodra wij de Bijbel openen en de dingen lezen die daarin zijn opgetekend dan zou het zo moeten zijn dat het ons hart raakt en dat we er telkens weer bij bepaald worden. Dat het in onze gedachten komt als we op het punt staan om iets te doen dat niet goed is, dat het ons te binnen schiet wanneer we even twijfelen over keuzes die we willen gaan maken, dat we er bij voorbaat alert op zijn en bepaalde zaken achterwege gaan laten omdat we weten dat de Here God er Zijn goedkeuring niet aan kan geven, dat er “herkenning” is.

In het oude testament in Hosea 4 spreekt de Here God tegen het volk en tegen de priesters. Het is een heftige boodschap die niets aan duidelijkheid te wensen overlaat. vers 1-6: Hoort het woord des HEREN, gij Israëlieten, want de HERE heeft een rechtsgeding met de bewoners van het land, omdat er geen trouw, geen liefde en geen kennis Gods is in het land. Vloeken, liegen, moorden, stelen en echtbreken! Men pleegt geweld, bloedbad volgt op bloedbad. Daarom treurt het land, en al wat erin woont verkwijnt, zowel het gedierte des velds als het gevogelte des hemels; ja, zelfs de vissen der zee komen om. Laat maar niemand een aanklacht inbrengen en laat maar niemand een terechtwijzing uiten, aangezien mijn aanklacht u geldt, o priester! Gij zult struikelen bij dag, en met u zal ook de profeet struikelen bij nacht, en verdelgen zal Ik uw moeder.Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis. Omdat gij de kennis verworpen hebt, verwerp Ik u, dat gij geen priester meer voor Mij zult zijn; daar gij de wet van uw God vergeten hebt, zal ook Ik uw zonen vergeten.

hartonderzoekNu kun je denken: “ja, dat was het oude testament en dat ging om het volk van Israël”, maar laten wij ons hierin niet vergissen, de Here God is Dezelfde en Zijn regels en wetten zijn óók hetzelfde gebleven. Het enige dat wij voor hebben op de mensen van toen is dat de Here Jezus inmiddels voor onze zonde is gestorven en wij, dóór Zijn offer, vergeving van onze zonde hebben ontvangen, zodat wij, indien wij ons op dwaalwegen bevinden, ons daarvan kunnen bekeren en dit mogen belijden bij de Here God. Dat is een voorrecht, maar de ernst van de boodschap is zeer zeker ook vandaag nog van toepassing en iets om ons echt in te verdiepen en ons hart in te onderzoeken.

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail

Voor wie…?

voor wie

Psalm 27:1De Here is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De Here is mijn levens veste voor wie zou ik vervaard zijn?

In vers 5-6a zegt David: Want Hij bergt mij in Zijn hut ten dage des kwaads, Hij verbergt mij in het verborgene van Zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots. En nu heft mijn hoofd zich op boven mijn vijanden rondom mij.

In vers 1 begint David met een proclamatie, een positieve belijdenis, hij zegt daar dat hij absoluut niet bang is omdat de Here aan zijn zijde staat. En vervolgens gaat hij in die Psalm verder over zijn tegenstanders en vijanden, hoe zij hem belaagden en nog steeds. Maar David zegt: “mijn hart vreest niet” en ook “nochtans blijf ik vertrouwen” Ook in die verzen 5 en 6 kun je eigenlijk lezen hoezeer David altijd in grote strijd verwikkeld was, want hij spreekt erover hoe de Here hem bergt in Zijn hut ten dage des kwaads, dus in de moeilijkheden vindt David wel een schuilplaats bij de Here. Vervolgens zegt hij dat de Here hem verbergt in het verborgene van Zijn tent en ook dát is een schuilplaats, een verborgen schuilplaats waar niemand hem kon vinden, waar hij ongezien kon verblijven,  een plek waar hij dus volkomen veilig was. Een schuilplaats is een plaats om je terug te trekken, weg van alles en iedereen. Maar dán staat er dat de Here hem plaatst “hoog op een rots” en dat vind ik mooi, want dat is beslist géén schuilplaats, als je hoog op een rots bent, dan kan iedereen je zien én raken en dan is er geen mogelijkheid om je terug te trekken en jezelf daar min of meer onzichtbaar te maken. En je ziet dat David dan zegt: “En nu heft mijn hoofd zich op boven mijn vijanden rondom mij”.

Dit vind ik opmerkelijk, ten eerste zie je dat hij helemaal wordt omgeven door vijanden, maar ten tweede zou je toch denken dat als je op een hoge rots staat, en al je vijanden bevinden zich rondom jou, onderaan die rots, je juist je blik naar beneden zou richten om te zien hoeveel vijanden het ongeveer zijn, welke wapens ze bij zich hebben, waar ze zo’n beetje staan, echt alles goed in je opnemen. Maar David doet niets van dit alles, uit dit vers kun je opmaken dat hij zijn vijanden geen blik waardig keurt, hij heft zijn hoofd óp, met andere woorden, hij maakt waar wat hij in vers 1 proclameerde, hij laat aan zijn vijanden zien dat hij absoluut niet bang is. Hij richt zijn blik naar boven, want van God verwacht hij zijn hulp. Ook in andere Psalmen kun je lezen hoe David zegt “ik stel mij de Here bestendig voor ogen” en dat doet hij hier dus ook. En dat vind ik mooi, David laat hier zien dat de Here hem een verbórgen schuilplaats biedt, daar waar geen mens hem kan vinden of raken, waar hij dankbaar voor is, maar hij laat ook zien dat zélfs op een hoge rots, zijn vertrouwen nét zo groot is en hij er óók daar vanuit gaat dat hij net zo volkomen beschermd is als in die verborgen plaats.Voor David maakte de plááts waar hij was geen verschil, zolang de Here bij hem was wist hij zich veilig in élke situatie.

Ik vond dit heel mooi en bemoedigend, het volkomen vertrouwen van David én het feit dat wij, die de bijbel hebben, inmiddels daarin hebben kunnen lezen dat God het vertrouwen van David niet beschaamd heeft, dat geeft moed. Soms kun je geïmponeerd zijn als er moeilijke dingen op je pad komen, en in gedachten zie je al een hele weg vol ellende voor je. Maar in feite richten we dan onze blik op onze vijanden, terwijl we veel beter onze blik op God kunnen richten, Hij die ons uitkomst geven zal! Óók vandaag de dag nog, precies zoals in de tijd van David.

Misschien een tekst om eens een poosje onze dag mee te beginnen, elke dag opnieuw : De Here is mijn licht en heil, voor wie zou ik vrezen?!voor wie 2

 

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail

Ik wil “horen”.

image010[1]

Zoals beloofd wil ik vandaag nog even voortborduren op het stukje van gisteren.

Het “kennen” en “herkennen” van de Here Jezus, daarover staat in I Joh.2:3-6En hieraan onderkennen wij, dat wij Hem kennen: indien wij Zijn geboden bewaren. Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet; maar wie Zijn woord bewaart, in die is waarlijk de liefde Gods volmaakt. Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem zijn. Wie zegt, dat hij in Hem blijft, behoort ook zelf zó te wandelen, als Hij gewandeld heeft.

Als we dus Zijn woord/Zijn geboden, bewaren, dan zal de liefde Gods in ons volmaakt zijn. En wat zegt de bijbel daarover? 
I Joh, 4:18De volmaakte liefde drijft de vrees uit!

Waarom begon Petrus ook alweer te zinken ? Jawel, omdat hij “bevreesd” werd. Hij zag op de wind en werd bevreesd. En dan zegt de Here Jezus “kleingelovige” tegen Petrus. Er staat in Rom.10:17Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.… en zo is de cirkel eigenlijk rond. We dienen dus eerst te “luisteren” naar wat de Here ons zegt, en dan zullen we het ook hóren, daardoor wordt ons geloof opgebouwd, vervolgens moeten we Zijn woord “bewaren” en dán is de liefde Gods in ons volmaakt. Die liefde, die elke vrees uitdrijft! 

Maar dan zijn we er nog niet, het was die vrees die Petrus deed twijfelen, en die twijfel nam het vertrouwen weg, waardoor hij begon te zinken. Als je leest wat de Here Jezus riep toen Hij over het water naar het schip liep, daar zegt Hij: Houdt moed, Ik ben het, weest niet bevreesd! Matth.14:27. Als Petrus Jezus had gékend en hérkend,  dan waren deze paar woorden genoeg geweest om totaal zijn vertrouwen daarop te stellen, dan had hij ze “gehoord” en “bewaard” maar helaas, Petrus vroeg: “Áls Gij het zijt” …(twijfel)… en als de Here Jezus dan zegt: “kom!”, dan héél eventjes is daar toch een klein beetje vertrouwen, maar al snel slaat de twijfel wéér toe en zinkt hij weg in het water. “waarom zijt gij gaan twijfelen” vraagt de Here hem. Hoe doen wij het in de stormen van ons leven? Zijn we standvastig en ónwankelbaar, of hebben we vrees en slaat ook bij ons de twijfel toe? Zou Hij aan ons diezelfde vraag stellen als aan Petrus? “waarom zijt gij gaan twijfelen?” met andere woorden, als je me écht zou kennen, dan zou er geen twijfel meer over blijven!!

quote_meditatie-e1351368581133[1]Over twijfel zegt de bijbel: “zulk een mens moet niet menen dat hij iets van de Here zal ontvangen”. Nou, dat is duidelijke taal. En ik moet zeggen, voor mezelf is dit iets waar ik aan wil werken, iets waar ik wat mee kán en ook zál doen. Ik wil Hem veel beter leren kennen, en dat begint… in de stilte… daar waar mijn stem zwijgt, is Zijn stem te “horen”.

 

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail

Rimpelloos.

schattig_eendje[1]

Soms, als ik langs de vijver hier loop dan ligt het water er rimpelloos bij en dan zie je van alles weerspiegeld in dat gladde water, mooi is dat hè? zo’n waterspiegeling. Het water weerspiegelt zo mooi precies de begroeiing aan de waterkant, de eenden óp het water, prachtig. En doordat er geen wind is, en dus ook geen rimpels op het water, is het beeld extra duidelijk. Misschien heb je het als kind ook weleens geprobeerd, aan de kant van een slootje, liggend op je buik, je hoofd boven het water houden en dan zien in hoeverre je te herkennen bent. Als het water mooi stil is, als er weinig rimpeling in het water is, dan is het allemaal best goed te herkennen, maar als er een wind opsteekt en het gaat waaien, dan zal het water ook meer en meer gaan bewegen, gaan rimpelen, misschien zelfs gaan golven en als je dan nóg eens in het water zou kijken, dan zou je jezelf er niet meer in herkennen. Zo kan het ook  in ons leven gaan, zolang er geen rimpeling in je leven te vinden is, gaat het allemaal best goed, je leeft je rustige leven van alledag, maar zodra er een wind opsteekt, dan kan het gebeuren dat je dusdanig reageert, dat je jezelf niet meer terug kent. Alle rust en alle vertrouwen die je dácht te bezitten, kunnen je dan weleens zomaar uit de handen glippen.

De bijbel vertelt ons het verhaal van de storm op het meer. Deze keer is de Here Jezus niet bij de discipelen aan boord, maar als zij zich midden op dat water bevinden komt Hij daar ineens, zomaar over de golven naar het schip toe wandelen. In eerste instantie schrikken de discipelen en denken dat het een spook is, maar dan roept de Here Jezus hen toe dat ze niet bang hoeven te zijn, dat Hij het is. En dan vervolgens staat er in Matth.14:28-32 : Petrus antwoordde Hem en zeide: Here, als Gij het zijt, beveel mij dan tot U te komen over het water. En Hij zeide: Kom! En Petrus ging uit het schip en liep over het water en ging naar Jezus. Maar toen hij zag op de wind, werd hij bevreesd en begon te zinken en hij schreeuwde: Here, red mij! Terstond stak Jezus hem de hand toe en greep hem en zeide tot hem: Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen?

Nou moet je je eens bedenken dat deze discipelen dag in dag uit met de Here Jezus op stap waren, en dan zitten ze in een storm en plotseling herkennen ze Hem niet meer, inplaats dat ze blij zijn met Zijn komst, worden ze bang, ze denken dat het een spook is, ze verstaan ook Zijn stem niet meer, want als Jezus zegt dat Hijzelf het is, vraagt Petrus :”Here áls Gij het zijt…”. Hij herkent de stem van Zijn Meester niet eens. De Here Jezus zegt dan dat hij rustig naar Hem toe kan komen, waarop Petrus uitstapt en inderdaad enkele stappen over dat water doet. Maar dan ziet hij weer op de wind en begint te zinken.

Petrus, die stoere Petrus, die de Here Jezus van alles beloofde, hij zou wel voor Hem opkomen, hij zou wel…! Diezelfde Petrus herkent zijn eigen Meester niet, hij is angstig, hij twijfelt, en ik denk dat als je Petrus voordat hij de boot instapte, verteld zou hebben dat hij in de storm angstig zou worden, hij het nooit geloofd zou hebben. Net zoals hij wat later, niet geloofde dat hij óóit de Here Jezus zou verloochenen. Twee gebeurtenissen waarin Petrus zichzelf niet herkent , en hoe zit dat met ons? Als wij in de problemen komen, als het in óns leven gaat stormen? Zijn wij dan nog wel zo stoer en vastberaden als we gedacht hadden? En zien wij dan nog wél de Here Jezus? Verstaan wij dan wél Zijn stem? Of is het gebulder van de storm te hard?

zee[1]Weet je, heel vaak gebeurt het dat mensen pas in de nood van hun leven, ernst maken en daadwerkelijk de Here gaan zoeken, maar het gevaar is groot dat je Hem niet herkent, omdat je Hem niet ként, dat je Hem niet verstaat, omdat je nooit de tijd hebt genomen om te lúísteren. Je kunt pas iemand “horen” in de stilte, je kunt hem pas “verstaan” als het rustig is, dáár kunnen wij Hem leren kennen, in de stilte, in de rust van ons leven, dáár is het zaak om de tijd voor Hem te nemen, om te luisteren inplaats van te spreken, om tijd met Hem door te brengen, en om  gemeenschap met Hem te hebben. Níét in de hectiek van de problemen, het kabaal van de storm. Misschien iets om vandaag over na te denken? Ik wil er morgen graag nog even op terugkomen, want het verhaal is nog niet af…

 

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail

“Eigen”wijs?

opwekking4[1]

Met de Opwekkingsconferentie weer net achter de rug dacht ik terug aan een voorval van een aantal jaren geleden. Mijn jongste broertje had een caravan gekocht, een tweedehandse voor slechts een klein prijsje. Een mooie caravan, zag er netjes uit. Kussens nog mooi dik, dat dan weer wel….maar er was met die kussens wel een klein probleempje, ze waren een beetje groenachtig gebloemd, een soort ouwe vrouwtjes stofje uit het jaar nul. En er waren zelfs bijpassende gordijntjes in hetzelfde motief. Tja, en als je dan een jongeman van 28 bent, is dat nou nét niet helemáál je smaak :-) Maar mijn broer wist wel raad hoor, op donderdagmiddag half twee ongeveer, dacht hij dat ik nog wel eventjes al die kussens (8 stuks) opnieuw met een ander stofje kon bekleden voor hem, dat moest dan wel dezelfde dag nog af zijn, want op vrijdagmorgen om 8 uur moest hij met dat ding op pad naar Opwekking, naar de Pinksterconferentie. Waarom hij dacht dat ik dat wel eventjes snel zou kunnen? Wel, ik had een poos daarvoor, samen met een kennis, voor mijn ouders de kussens van hún caravan opnieuw bekleed. Maar hoewel wij het destijds samen deden, zijn we er toch nog behoorlijk lang mee bezig geweest, de gaten ongeveer in onze vingers, echt een heel karwei. Dus ik (door ervaring wijs geworden) zei hem dat dát niet ging lukken.Maar, mijn broer wilde persé niet met een soort “bejaardenkoets” op stap en vond in mijn dochter een bondgenote, zij zou het karwei wel voor hem klaren. En hóé ik ook waarschuwde dat het niet meeviel, ze wilden geen van tweeën luisteren, mijn broer niet omdat hij natuurlijk dat andere stofje graag wilde en mijn dochter niet omdat het nú haar eer te na kwam. Dus…’s avonds, toen ze 3 van de 8 kussens klaar had (nou ja, zo ongeveer dan) had ze er al schoon genoeg van, met allerlei kunst en vliegwerk had ze geprobeerd om er iets van te maken, maar uiteindelijk moest het toch met noeste handenarbeid, en het eindresultaat … ehh nou ja, daar zal ik maar geen grapjes over maken :-) en verder dan 4 is ze nooit gekomen.

Nou, gelukkig ben ik niet iemand die zegt “zie je nou wel, ik héb je gewaarschuwd” nee, zó ben ik niet hoor, hoewel het natuurlijk wél zo is, ik hád gewaarschuwd hè? Ja, en dan niet één keer, welnee, verschillende keren, maar lúísteren? welnee joh. Ja, dán moet je door schade en schande wijs worden, als je zonodig eerst alles zélf moet ondervinden, dan is het toch gewoon je eigen schuld? Je verdiende loon? Nee hoor, ik ben niet iemand die dat er dan nog eens fijntjes  inwrijft …toch? Hahaha, ze konden er zelf ook hartelijk om lachen hoor.

Kijk, ik ben een stuk ouder dan mijn jongste broer, ik ben de oudste (van 7 kinderen) en hij is de jongste. En in de loop der jaren heb ik natuurlijk wel enige wijsheid vergaard, door schade en schande vaak, maar ik heb er wél mijn lesje mee geleerd. Dus áls ik dan een ander met mijn ervaringen kan helpen, dan doe ik dat natuurlijk ook, maar niet altijd wordt dat op prijs gesteld, niet altijd is men bereid om te luisteren, laat staan er iets mee te doen, of er in ieder geval serieus over na te denken.  Mijn dochter is er toen wel achtergekomen dat ik tóch gelijk had, en dat heeft haar wel geholpen voortaan eerst na te denken voordat ze zich ergens in stort.

Wij, de kinderen van God, zijn elkaars broeders en zusters, sommigen nog heel jong in het geloof, anderen wat ouder, weer anderen misschien al volwassen, en hoe ouder je bent, hoe meer je geleerd hebt in de loop der jaren. En deze kennis mogen we met elkaar delen, het is fijn als je iemand anders met je eigen ervaringen kunt helpen, om te voorkomen dat hij of zij, dezelfde fout maakt als jij. Maar óók als er dingen gebeuren in je eigen leven waardoor je zeer gezegend bent, óók die ervaringen kunnen we doorgeven tot zegen van anderen. En ik zou willen zeggen, als je nog jong bent in het geloof, luister eens normal_ouderen_handen_thuiszorg_steun[1]naar wat de “ouderen” te zeggen hebben, verwerp niet gelijk alles wat er gezegd wordt, want ook al hebben zij óók niet de wijsheid in pacht, ze hebben wél de ervaring van jaren. En áls je wat ouder en verder bent in je omgang met de Here, laat anderen profiteren van je ervaringen, het kan voor velen tot een zegen zijn. Wat niet wegneemt dat óók jongeren (zowel in leeftijd alsook in geloof) soms zeer wijs, en voor de wat ouderen een voorbeeld, kunnen zijn. In Col.3:16 (Het Boek) staat: Laat uw hart vol zijn van Christus’  woord. Zijn woorden zullen uw leven verrijken en u wijsheid geven. Leer ze aan elkaar, wijs elkaar ermee terecht en zing erover in Psalmen, lofgezangen en geestelijke liederen. Zing zo met een dankbaar hart voor de Here.

 

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail

Tot straks…

Katjes+Goede+morgen[1]

Het is nog vroeg vanmorgen, hier ben ik op óns ontmoetingsplekje, fijn! Dank U wel trouwe hemelse Vader, dat U er altijd al bent. Ik kan niet zó vroeg opstaan of U bent er al. Heerlijk is dat, wat voelt dat vertrouwd en goed. Dank U wel dat U alles van mij weet, dat Uw oog op mij rust en dat U al mijn gedachten kent, zelfs al voordat er een woord op mijn lippen is. Wat is dat mooi. Dank U wel voor Uw grote liefde, een liefde die U telkens weer aan mij bewijst, door mij te helpen bij alle dingen die ik doe, door er te zijn voor mij, door mij te vertroosten, mij te steunen, mij te omringen, ja door Uw armen om mij heen te slaan. Ik wil U zó danken voor al die lange jaren dat ik U nu ken, er was nóóit één dag dat U er niet was, niet één dag hebt U mij alleen gelaten, wat bent U groot!! Nooit heeft U gezegd, “oké, het gaat nu wel goed met je, nu kun je het best een poosje zonder Mij stellen, Ik kan je nu wel eventjes alleen laten”. Nooit!! Ik wil U daar zo bijzonder voor danken. Ik vind het ook zo heerlijk dat ik U nooit iets hoef uit te leggen, U weet immers alles al? U kent mijn gedachten, mijn omstandigheden, U kent de diepste diepten van mijn hart, U kent mijn pijn en mijn verdriet, U kent ook mijn blijdschap, mijn vertrouwen op U, mijn hoop voor de toekomst, mijn dromen en verlangens, U kent mijn liefde voor U en U wéét dat dat een diepe en oprechte liefde is. Vader, U kent mij volkomen en ik ben daar zeer blij mee.

Ik wil U ook zo in het bijzonder danken dat ik deze nieuwe dag weer in Uw handen mag leggen, en dat ik ook mijzelf en allen die mij lief zijn in Uw handen mag geven. Ik zou echt geen beter plekje kunnen bedenken. Dát is het wat mij elke dag opnieuw, nieuwe moed geeft om aan zo’n dag te beginnen. U bent het die mijn leven inhoud geeft, ook aan deze dag wilt U kleur en geur en inhoud geven, ook deze dag wilt U mij leiden, mij helpen, mij wegen ten leven doen kennen én doen gaan.

Als ik zo deze morgen opzie naar U, als ik Uw blik ontmoet, dan voel ik mij warm worden, dan komt er een allesomvattend gevoel van liefde in mij naar boven en dan wil ik alleen nog maar heel dicht tegen U aan wegschuilen, dan wil ik U omarmen. Ik wil in Uw oor woorden van liefde fluisteren, ik wil U zeggen hóéveel ik van U houd en hóéveel U voor mij betekent. U bent mijn Vader, maar U bent óók mijn Geliefde, U bent de Liefde van mijn leven. Ik houd zóveel van U. Tranen van overweldigende dankbaarheid verblinden mijn ogen, benemen mij een beetje het zicht op U, maar ik ben zó dichtbij U, ik hoef U niet te zien om U te kunnen voelen ik hoef U niet te horen om te wéten dat U er bent. Wij hebben samen geen woorden nodig, we kunnen elkaar begrijpen zónder woorden, ons hart spreekt, terwijl onze mond zwijgt.

qwr[1]Ik ga aan mijn dag beginnen Vader, en elk moment wil ik ontvangen uit Uw hand, want dáár heb ik deze dag gebracht. Met moeite maak ik mij los uit Uw omarming, ik zie de liefde voor mij die uit Uw ogen straalt en ik voel dat de mijne díé liefde weerspiegelen. Die warmte neem ik mee vandaag, die houd ik vast. Ik ga nu, maar ik weet dat er vandaag vele momenten zullen zijn dat ik eventjes terugkom. Dag Vader, tot straks…

 

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail

Schaduwen.

Ik had dit weekend een gesprek met mijn vriend en tijdens dat gesprek kwam mij een voorval in gedachten van een aantal jaren geleden. Ik heb het hier ook weleens verteld maar het is al zo lang geleden dat het wel leuk is om het nog eens aan te halen. Een gewone simpele gebeurtenis waaruit je dan toch weer een stukje bemoediging mag halen.

Ik liep met mijn nichtje Krista (destijds 4 jaar oud), van haar school naar mijn huis. Het was mooi weer en de zon scheen ons precies in de rug. Ze had mijn hand vast en opeens voelde ik dat ze nogal grote stappen probeerde te maken en af en toe maakte ze een sprongetje. Ik vroeg haar wat ze aan het doen was en ze zei, kijk ik probeer daarop te trappen. Ze wees naar de grond waar ze haar eigen schaduw zag en ze deed haar best om met haar voet op die schaduw te komen, maar natuurlijk lukte dat niet en we moesten er samen wel om lachen. Toen zijn we samen omgedraaid en scheen de zon ons recht in het gezicht waardoor onze schaduw dus  áchter ons kwam en Krista keek achterom en vond het prachtig dat haar schaduw háár nu achtervolgde maar haar niet bereiken kon.

Ik moest op dat moment denken aan David, die in Psalm 16 zegtIk stel mij de Here bestendig voor ogen.
Soms kan het in ons leven óók zo zijn dat de toekomst één grote en donkere schaduw lijkt en hoe we ook ons best doen, we komen er maar niet overheen, ik heb in mijn eigen leven gemerkt dat het helpt als ik mij in zo’n situatie afkeer van deze schaduw en mijn blik richt op de Here Jezus, Die het licht is in mijn leven.
De schaduw is dan niet weg, maar hij houdt niet langer mijn blik gevangen en dan mag ik ervaren dat ik samen met de Here steeds verder van deze schaduw mag weglopen.

rond-de-psalmen[1]

 

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail

Alleen maar dankbaar.

k6619750[1]

Soms kun je alleen maar dankbaar zijn, dankbaar omdat er een God is die van jou en mij, persoonlijk houdt, een God die er altijd voor ons is, die ons ziet, die ons door en door kent, onze fouten, ons falen, onze gebreken, en die dan tóch door alles heen zo Zijn liefde en Zijn trouw aan ons betoont. Ik houd van Hem met heel mijn hart en ik ben zo blij dat Hij er is. Ik ben blij dat Hij alles weet, dat Hij de diepste diepten van mijn hart kent en dat Hij tegen mij zegt, “kom maar gewoon zoals je bent, bij Mij ben je te allen tijde welkom, Ik maak je geen verwijten, Ik mopper niet op je, Ik wil alleen maar Mijn liefde aan jou bewijzen, telkens opnieuw”. En dat dóét Hij, iedere keer moet ik beschaamd vaststellen dat ik toch weer tekortgeschoten ben, maar dan is daar steeds weer Zijn liefdevolle bejegening naar mij toe.

Vandaag moest ik er zo aan denken dat de bijbel zo’n geweldig boek is, dat er voor iedere dag en voor iedere situatie en voor ieder mens persoonlijk, zóveel mooie dingen in staan, waar we van kunnen leren, waar we door opgebouwd worden, bemoedigd, vertroost, en één van de teksten die mij altijd weer bijzonder aanspreekt is te vinden in de Romeinenbrief, nl. in Romeinen 8:28 (Het Boek)Eén ding weten wij: Voor wie Hem liefhebben laat God alles meewerken voor hun bestwil, want Hij heeft een plan met hen.

Als je deze tekst goed door laat dringen, bergt ze een enorme rijkdom in zich. Zo vaak kan het gebeuren dat er moeilijke dingen in ons leven zijn, problemen, zorgen, situaties die voor stress of angst zorgen, maar door deze tekst in je hart te bewaren en hem toe te passen in je leven, verandert er veel. Ten eerste verandert je denken daardoor, want inplaats van negatief de dingen te beleven, zie je er áltijd een positieve kant aan, want uiteindelijk staat hier dat álles, hóé moeilijk of hóé naar ook, tóch zal medewerken ten goede, dus, er komt altijd iets goeds uit voort, nou, dat is al iets om dankbaar voor te zijn. Maar ten tweede verandert het stukje voor beetje je kijk op de dingen, wanneer je deze tekst toepast telkens weer, dan ga je uiteindelijk bij alles wat er gebeurt, zelf al de lichtpuntjes ontdekken, omdat je er anders naar leert kijken. De bijbel zegt ook dat we “hervormd moeten worden door de vernieuwing van ons denken”. En het is heel bijzonder om te bemerken dat, hoewel je situatie niet verandert, jijzelf wél verandert en dat je, inplaats van angst, of bezorgdheid, juist vrede en rust in je hart mag ervaren omdat je wéét, dat God óók dit kan gebruiken om er iets goeds van te maken.

gele+bloem+1[1]Zovele keren heb ik al deze tekst gebruikt, dan was het heel moeilijk en dan zei ik  “Here, U laat alles medewerken ten goede, nou, laar mij dan het goede maar zien”. En God dééd het, als ik dan naderhand terugkeek, dan zag ik tóch het goede wat er uit voortgekomen was. En ik zou zeggen, probeer het eens een poosje, schrijf het ergens op zodat je het goed kunt onthouden en pas het toe in elke moeilijke situatie. Mij heeft het al vele malen geholpen.

 

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail